Voorontwerp Wet aanpassing van de geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure

Op 22 augustus jl. publiceerde de minister voor Justitie en Veiligheid het voortonwerp van de Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure (het “Wetsvoorstel’’). De praktijk heeft een grote behoefte aan een meer efficiënte en redelijke beslechting voor aandeelhoudersgeschillen. De huidige geschillenregeling is een long-and-winding-road. Slechts bij wangedrag lijkt de rechter in te grijpen. Het wetsvoorstel beoogt de regeling aantrekkelijker te maken. In dit artikel zullen de belangrijkste wijzigingen worden toegelicht.

Geschillenregeling

Het Wetsvoorstel vormt een antwoord van de wetgever op de problemen die zich in de praktijk voordoen ingeval er onenigheid ontstaat tussen de aandeelhouders. In een conflictueuze situatie kan een aandeelhouder (i) de verkoop van de aandelen van een misdragende medeaandeelhouder  afdwingen (‘uitstoting’) of (ii) zelf zijn aandelen aanbieden aan de medeaandeelhouder(s) die dan verplicht zijn af te nemen (‘uittreding’).

Enquêterecht als alternatief

Een impasse tussen aandeelhouders kan ook worden doorbroken door het indienen van een verzoek tot het houden van een onderzoek en tot het gelasten van onmiddellijke voorzieningen bij de Ondernemingskamer. Onder de druk van de Ondernemingskamer of een door hem benoemde buitenstaander kan een overdracht van aandelen dan onderdeel zijn van een alomvattende schikking. Deze route heeft in de regel de voorkeur boven de geschillenregeling, maar let wel: de enquêteprocedure geeft op zichzelf geen oplossing om de samenwerking met de medeaandeelhouder te beëindigen. Daar is de voornoemde geschillenregeling voor.

Wijzigingen

De belangrijkste wijziging in het Wetsvoorstel ten aanzien van de geschillenregeling ziet op de reikwijdte van de regeling. Zo verduidelijkt het Wetsvoorstel dat niet alleen wordt gekeken naar gedragingen in de hoedanigheid van een aandeelhouder. Ook gedragingen in een andere hoedanigheid kunnen relevant zijn voor de toewijzing van de uitstotingsvordering. Zo kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de omstandigheid dat een aandeelhouder met de vennootschap concurreert en de vennootschap daardoor aanzienlijke schade lijdt. Deze handeling zou met het Wetsvoorstel dus wél onder de reikwijdte vallen. Kortom: een aanzienlijke verruiming van de uitstotingsmogelijkheid.

De belangrijkste wijziging van de enquêteprocedure in het Wetsvoorstel is dat een geschillenregelingsprocedure mogelijk wordt gemaakt bij de Ondernemingskamer. Op dit moment kan de Ondernemingskamer bij gebleken wanbeleid geen definitieve overdracht van aandelen bevelen. Dit zal alsnog via de geschillenregeling moeten plaatsvinden. In het Wetsvoorstel wordt, bij gebleken wanbeleid, een vereenvoudigde geschillenregelingsprocedure bij de Ondernemingskamer voorgesteld. Deze procedure kan leiden tot een definitieve aandelenoverdracht. De Ondernemingskamer heeft zich in dit geval reeds in het geschil verdiept en kan zo snel tot een oordeel komen. Dit neemt niet weg dat het een tijdrovend proces blijft, nu de werkdruk van de rechter hiermee niet afneemt maar simpelweg zou worden verplaats: “allocation of resources”.

Conclusie

Met het Wetsvoorstel lijkt een efficiëntere geschillenregeling dichterbij te komen. Het is nu afwachten of het wetsvoorstel ook daadwerkelijk tot een wetswijziging en vervolgens ook tot verbetering zal leiden.

De consultatieperiode is onlangs gesloten dus het is eerst wachten op de evaluatie. We houden u op de hoogte!

Voor vragen of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Sara Karem en Peter Kruit.

Dit artikel is gepubliceerd in de Nieuwsbrief Vestius van december 2019