
03 mei Ontslag op staande voet en het recht op loon
Als een aanvankelijk door de Kantonrechter vernietigd ontslag op staande voet in hoger beroep alsnog geldig wordt verklaard, maakt de werknemer over de tussenliggende periode niet per definitie aanspraak op loon. Zo luidt een belangrijk arrest van de Hoge Raad.
Ontslag op staande voet
Ontslag op staande voet wordt wel gezien als de meest verstrekkende maatregel die tegen een werknemer kan worden genomen. Hij verliest per direct zijn aanspraak op loon en een WW-uitkering zal vrijwel altijd worden geweigerd omdat sprake zal zijn van verwijtbare werkloosheid. De wet stelt aan een dergelijk ontslag dan ook strenge eisen. De ontslagreden moet ‘dringend’ zijn, denk aan diefstal, agressie, en dat soort zaken. Het ontslag moet ‘onverwijld’ worden gegeven; te lang wachten, bijvoorbeeld om na te denken of advies in te winnen, mag niet. En de reden moet duidelijk aan de ontslagen werknemer worden meegedeeld. Dat betekent dat er, ook op heel korte termijn, een ontslagbrief moet komen waarvan de formulering meestal nauw luistert.
Rechter toetst kritisch
Rechters toetsen bijzonder kritisch als een ontslag op staande voet door de werknemer wordt aangevochten. Vaak wordt het ontslag achteraf ongeldig verklaard, bijvoorbeeld omdat de reden niet ‘dringend’ genoeg was, de ontslagbrief ongelukkig geformuleerd of omdat de werkgever te lang heeft gedraald voordat het ontslag werd aangezegd. De Kantonrechter kan een ontslag op staande voet op verzoek van de werknemer vernietigen. De werkgever die zich hier niet bij wil neerleggen heeft vervolgens drie maanden de tijd om tegen de uitspraak in beroep te gaan bij het Gerechtshof. Dan wordt de hele zaak opnieuw beoordeeld. Het komt herhaaldelijk voor dat het Hof het ontslag in hoger beroep alsnog geldig verklaart.
Recht op loon?
De arbeidsovereenkomst eindigt dan niet met terugwerkende kracht op de oorspronkelijke ontslagdatum, maar op een door het Hof te bepalen datum. Die datum mag niet vóór de datum van de uitspraak liggen. Dus ook als het ontslag op staande voet alsnog terecht wordt geoordeeld, eindigt het dienstverband pas op een later, door het Hof bepaald moment. De vraag diende zich tot voorkort dan aan of de werknemer over de tussenliggende periode recht had op loon. Hierover waren de meningen verdeeld. De Hoge Raad heeft deze knoop op 13 juli 2018 doorgehakt.
Hoge Raad 13 juli 2018
Een boekdrukkerij had een medewerker op staande voet ontslagen wegens diefstal van boeken. De medewerker spande een procedure aan. De kantonrechter vernietigde het ontslag. In hoger beroep oordeelde het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden echter dat de medewerker terecht op staande voet was ontslagen. Het Hof bepaalde dat de arbeidsovereenkomst eindigde op de dag na zijn uitspraak. Omdat de arbeidsovereenkomst na het ontslag op staande voet was blijven bestaan, was de werknemer in beginsel recht blijven houden op loon. Let wel, in beginsel, want het Hof oordeelde dat de werknemer die aanspraak niet geldend kon maken omdat hij in de betreffende periode geen arbeid had verricht en de oorzaak daarvan niet voor risico van de werkgever diende te komen. De Hoge Raad heeft deze redenering goedgekeurd en daarmee de vraag waarover al enige tijd onduidelijkheid bestond, beantwoord.
Conclusie
De werkgever die tegen de vernietiging van het ontslag in beroep gaat, lijkt er verstandig aan te doen de werknemer niet meer toe te laten tot het werk. Als de werknemer wel werkt, heeft hij uiteraard gewoon recht op loon. Dit betekent ook dat een eventueel hoger beroep zo snel mogelijk dient te worden ingesteld. De wettelijke termijn is al kort (drie maanden) maar de werknemer zal, als hij door de Kantonrechter in het gelijk is gesteld, zo snel mogelijk weer aan het werk willen om zijn loonaanspraak veilig te stellen.
De Hoge Raad heeft met het arrest op 13 juli 2018 een – voor werkgevers – belangrijk risico bij ontslag op staande voet weggenomen. Ontslag op staande voet blijft een paardenmiddel dat slechts als laatste remedie door werkgevers moet worden ingezet, maar als dat ontslag op staande voet wordt gegeven en in hoger beroep wordt bevestigd, dan is het redelijk dat de werknemer geen recht heeft op loon over de periode na de datum van herstel door de kantonrechter. Uiteraard is het anders als de werknemer die periode heeft gewerkt.
Voor vragen of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Bas Derhaag of Sander Pieroelie.