13 feb Inflatiecorrectie en werknemerssalarissen
Dit artikel is geïnspireerd door een recente uitspraak over een automatische prijscompensatie in een cao. In deze zaak heeft de werkgever de met de FNV afgesloten ondernemings-cao opgezegd. Nakoming van de cao zou namelijk betekenen dat de werkgever een automatische prijscompensatie zou moeten toekennen aan de werknemers, wat zou leiden tot een loonsverhoging van meer dan 16%. FNV is vanwege de opzegging naar de kantonrechter gestapt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkgever de cao niet had mogen opzeggen en daarom de loonsverhoging uit de cao alsnog moet toekennen. Hieronder lichten wij het wettelijke kader toe.
In beginsel is een werkgever alleen verplicht tot een inflatiecorrectie als dit expliciet is overeengekomen met de werknemer. Zo’n afspraak geldt dan als arbeidsvoorwaarde en kan voorkomen in de arbeidsovereenkomst, het personeelshandboek of de cao. Wanneer een inflatiecorrectie zonder voorbehoud is overeengekomen, hebben werknemers dus in beginsel het recht op handhaving van hun arbeidsvoorwaarden.
Het wijzigen van arbeidsvoorwaarden vereist overeenstemming met de werknemer. Als er geen overeenstemming wordt bereikt, kan een werkgever slechts toekomen aan eenzijdige wijziging op basis van een eenzijdig wijzigingsbeding of goed werknemerschap, maar daarvoor ligt de lat hoog. Zo kan een eenzijdige wijziging op basis van een eenzijdig wijzigingsbeding alleen standhouden als er sprake is van een zwaarwichtig belang dat het belang van de werknemer overstijgt, zoals bij ernstige bedrijfseconomische omstandigheden. Als er geen eenzijdig wijzigingsbeding is overeengekomen, kan de werkgever arbeidsvoorwaarden onder omstandigheden eenzijdig wijzigen door een beroep te doen op goed werknemerschap. Een werknemer moet over het algemeen positief reageren op redelijke en goed onderbouwde voorstellen van een werkgever die verband houden met gewijzigde omstandigheden op het werk, maar mag een voorstel afwijzen als aanvaarding redelijkerwijs niet van hem kan worden verwacht.
Als niet expliciet een inflatiecorrectie is overeengekomen, maar toch bijvoorbeeld (jaarlijks) gedurende langere tijd een inflatiecorrectie wordt toegekend, dan kan onder omstandigheden een verworven recht ontstaan. Verworven rechten zijn rechten van een medewerker die niet contractueel of wettelijk zijn vastgelegd, maar door een structurele toekenning in de praktijk zijn ontstaan en daarmee onderdeel worden van de arbeidsvoorwaarden. Voor een verworven recht geldt dezelfde wijzigingssystematiek als hiervoor uitgelegd.
Voor vragen of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Anna Görgün (06-454 408 91).