31 aug De transitievergoeding: welke onderdelen neem je mee in de berekening?
Het is inmiddels alweer acht jaar geleden dat de wettelijke transitievergoeding werd ingevoerd. Grof gezegd bestaat de transitievergoeding uit 1/3e maandsalaris per gewerkt dienstjaar. Maar welke bedragen op de loonstrook moeten nu wel en welke hoeven niet te worden meegenomen in de berekening van het maandsalaris? Recent heeft de kantonrechter te Rotterdam een uitspraak gedaan waarin wordt ingegaan op de vraag welke onderdelen van een zogenaamd IKB (Individueel Keuze Budget) meetellen voor de hoogte van de transitievergoeding. In dit artikel bespreken we het ‘loonbegrip transitievergoeding’ en deze recente uitspraak.
Artikel 7:673 BW
In artikel 7:673 lid 2 BW is de hoogte van de transitievergoeding als volgt vastgelegd: “De transitievergoeding is voor elk jaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd gelijk aan een derde van het loon per maand en een evenredig deel daarvan voor een periode dat de arbeidsovereenkomst korter dan een jaar heeft geduurd. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de berekeningswijze van de transitievergoeding. De transitievergoeding bedraagt maximaal € 89.000,– of een bedrag gelijk aan ten hoogste het loon over twaalf maanden indien dat loon hoger is dan dat bedrag.”
Besluit loonbegrip
Wat moet worden verstaan onder het begrip loon uit voornoemd wetsartikel is vastgelegd in het ‘Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding’ (verder: Besluit loonbegrip). Uit artikel 2 van het Besluit loonbegrip volgt kort gezegd dat onder loon wordt verstaan het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Uit artikel 3 van het Besluit loonbegrip volgt dat het loon vervolgens moet worden vermeerderd met:
-
-
- de vakantiebijslag en de vaste eindejaarsuitkering waar de werknemer binnen twaalf maanden aanspraak op zou hebben bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst, gedeeld door twaalf;
- de overeengekomen vaste looncomponenten verschuldigd in de twaalf maanden voorafgaand aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, gedeeld door twaalf;
- de overeengekomen variabele looncomponenten verschuldigd in de drie kalenderjaren voorafgaande aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt, gedeeld door zesendertig.
-
Regeling looncomponenten
Aan het Besluit loonbegrip is vervolgens verdere uitvoering gegeven in de ‘Regeling looncomponenten en arbeidsduur’ (verder: Regeling looncomponenten). In de Regeling looncomponenten wordt in artikel 4 een limitatieve opsomming gegeven van de vaste looncomponenten waaraan in artikel 3 onder b van het Besluit loonbegrip wordt gerefereerd. Het gaat om de volgende componenten:
- overwerkvergoedingen
- ploegentoeslagen
In artikel 5 van de Regeling looncomponenten worden vervolgens de variabele looncomponenten limitatief aangewezen. Het betreft:
- bonussen
- winstuitkeringen
- eindejaarsuitkeringen
Uit de toelichting bij de Regeling looncomponenten volgt dat looncomponenten die niet in de Regeling looncomponenten zijn aangewezen niet worden meegenomen in de berekening van de hoogte van de transitievergoeding.
Individuele keuzebudgetten (IKB)
Met individuele keuzebudgetten wordt werknemers vaak de mogelijkheid geboden te kiezen om een deel van het maandinkomen om te zetten in verlofuren en andersom. Het IKB bestaat dan uit geld en tijd en vervangt de vakantie- en eindejaarsuitkering en de bovenwettelijke en/of leeftijdsuren. Daarnaast kan het IKB bestaan uit aanvullende zaken zoals een bijdrage in de ziektekostenverzekering of bijvoorbeeld een fietsenplan.
Recente uitspraak kantonrechter Rotterdam
In de recente uitspraak van de kantonrechter Rotterdam was er sprake van een IKB ter grootte van 17,05% van het maandsalaris. Dit IKB bestond uit 8% vakantiebijslag, 6,75% eindejaarsuitkering, 1,5% werkgeversbijdrage levensloop en 0,8% (bovenwettelijk) verlof. De vraag die de kantonrechter Rotterdam in deze procedure (mede) moest beantwoorden was of de werkgeversbijdrage levensloop en het (bovenwettelijk) verlof meetelden voor de transitievergoeding. De kantonrechter overwoog dat deze componenten niet in de Regeling looncomponenten als vaste of variabele looncomponenten zijn aangewezen en oordeelde vervolgens dat deze daarom dus niet meetellen. In dit geval telde alleen het gedeelte van het IKB dat zag op de vakantiebijslag en op de eindejaarsuitkering mee voor het berekenen van de transitievergoeding.
Conclusie
Wanneer er binnen uw organisatie wordt gewerkt met een IKB, bekijk dan zorgvuldig welke onderdelen daarvan wel en welke onderdelen niet worden genoemd als variabel of vast looncomponent in de Regeling looncomponenten. Bestaat het IKB (gedeeltelijk) uit componenten die niet in de Regeling looncomponenten worden genoemd dan hoeft dit gedeelte van het IKB niet te worden meegenomen in de berekening van de transitievergoeding. Onder andere gedeelten van het IKB die zien op (bovenwettelijk) verlof of die gelden als vergoeding voor bijvoorbeeld een fietsenplan, maar ook werkgeversbijdragen in bijvoorbeeld de ziektekostenverzekering tellen niet mee voor de transitievergoeding.
Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Lise van den Heuvel (06-234 922 48).