01 okt De i-grond: de ‘i’ van illusie?
Sinds de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (’Wab’) is de i-grond toegevoegd aan de eerder ingevoerde gronden a tot en met h. De i-grond zou de rechter in staat stellen tot meer maatwerk. Hij houdt in dat er sprake moet zijn van een zodanige combinatie van twee of meer gronden die ertoe leiden dat in redelijkheid van een werkgever niet kan worden gevergd een arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij toewijzing van de grond kan aan de werknemer een maximale verhoging van de transitievergoeding met 1,5 worden toegekend. Dat is nog steeds een aantrekkelijk prijskaartje voor een onvoldragen dossier, zeker als het wordt afgezet tegen de oude neutrale kantonrechtersformule. Werkgevers hoopten op versoepeling, de vakbonden vreesden dat. Allebei onterecht, zo blijkt na achttien gepubliceerde zaken. Vooralsnog zijn nog maar drie ontbindingen toegekend op de i-grond.
Wel zijn die drie toewijzende uitspraken van zeer recente datum, dus wellicht is de weerstand bij de rechters gebroken. Maar de conclusie blijft staan dat de i-grond nauwelijks versoepeling in het ontslagrecht aanbrengt. De rechters houden het ‘gesloten’ stelsel van ontslaggronden strak in het vizier, zoals de Wetgever hen ook duidelijk op het hart heeft gedrukt.
De i-grond is sowieso beperkt inzetbaar. Hij mag niet worden gebruikt voor de a- en b-grond, omdat die door het UWV worden beslecht.
De c-grond (veelvuldig ziekteverzuim) kan worden aangeduid als overbodige wetgeving. De grond is sowieso onhaalbaar voor grote werkgevers, omdat zij de “voor de bedrijfsvoering onaanvaardbare gevolgen” per definitie niet kunnen aantonen. Voor kleine werkgevers zou de c–grond eventueel nog te combineren zijn met een g-grond (verstoorde arbeidsverhouding), of d-grond (disfunctioneren).
De e-grond (ernstige verwijtbaarheid) leent zich in praktijk niet zomaar voor een combinatie omdat een net niet voldragen e-grond al snel een voldragen g-grond zal opleveren. In dat geval heb je de d-grond niet meer nodig voor de combinatie tot de i-grond. Echter, de kantonrechter Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2020:3800) stelde vast dat geen sprake was van een voldragen e- dan wel g-grond, maar dat de verstoring van de arbeidsverhouding wél zodanige substantie heeft vanwege onderlinge spanningen die zijn ontstaan in horizontale zin (lees: werknemer botste niet alleen met werkgever maar ook met collega’s). Hij combineerde de e- en g-grond en ontbond aldus op de i- grond.
Ook bij de ontslaggrond f (ernstige gewetensbezwaren) is het alles of niets: men kan nu eenmaal niet een beetje gewetensbezwaar hebben. Bovendien is deze f-grond zeldzaam: net als de c-grond nog nooit toegewezen in de gepubliceerde rechtspraak.
Ook een h-grond valt niet snel te verwachten als combinatiegrond, omdat deze van de wetgever naar zijn aard beperkt moet worden uitgelegd. De h-grond is een vangnetbepaling die – net als de i-grond – niet is bedoeld voor het repareren van een onvoldoende onderbouwd ontslag. Als voorbeelden voor een h-grond zijn in de wetsgeschiedenis gegeven: detentie en illegaliteit van de werknemer en het niet beschikken over een tewerkstellingsvergunning door de werkgever. Dat zijn geen alledaagse omstandigheden. Uit de rechtspraak volgt wel dat de h-grond vaak succesvol wordt ingeroepen bij een ‘verschil van inzicht’ van een statutair bestuurder. Een ‘verschil van inzicht’ kan tot een verstoorde arbeidsrelatie met een individuele manager of directeur leiden voor werkgevers. Bij twijfel is die mogelijk te combineren met de g-grond. Een d-grond voor bestuurders is lastig, omdat je op dat niveau niet zomaar een verbetertraject kan opstarten.
De andere twee zaken waarin de combinatie-grond werd toegewezen zijn vanwege de onderliggende casuïstiek soortgelijk. In beide gevallen ging het om een werknemer die MT-lid is, was er een mislukt mediationtraject en werd de d-grond gecombineerd met de g-grond (ECLI:NL:RBMNE:2020:2705 en ECLI:NL:RBMNE:2020:3327). Dat is ook de combinatie die het meest voor de hand ligt.
Naast de meest voor de hand liggende combinatie van d en g, is de i-grond ook benutbaar voor de combinatie met de c-grond voor kleine werkgevers. De h-grond zal in geval van de statutair bestuurder nog van pas kunnen komen. Al met al een beperkte combinatiemogelijkheid. Met de recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 10 september 2020 (ECLI:NL:RBMNE:2020:3800) is duidelijk dat ook de e- en g grond gecombineerd kunnen worden in het geval van horizontale spanningen (dus tussen de werknemers en zijn collega’s) op de werkvloer.
Dat neemt niet weg dat van de achttien rechtszaken er slechts drie zijn toegewezen. Dat kan bij twijfel reden geven de i-grond te laten voor wat het is, zeker als een werkgever overtuigd is van een voldragen dossier. Het gebruik van een i-grond betekent immers dat ook uw subsidiaire grond bijna voldragen moet zijn. Als u bij voorbaat weet dat de subsidiaire grond zwak is, maakt de combinatie het verzoek tot ontbinding eerder een mistig verhaal dat in kracht ten koste gaat van de ‘sterke’ grond.
Voor vragen of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Michiel van Haelst (06-55394487).
Dit artikel is gepubliceerd in de Nieuwsbrief Vestius van oktober 2020