Bestuurder bij een stichting soms persoonlijk aansprakelijk

Wanneer een stichting schade lijdt kan in sommige gevallen een bestuurder van die stichting persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Maar wanneer is daar nu sprake van?

Statutair bestuurder
Een bestuurder van een stichting kan persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor door de stichting geleden schade als hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Of daarvan sprake is, hangt af van de omstandigheden van het geval. ‘Zou een redelijk handelend en ervaren bestuurder in die omstandigheden ook zo zou hebben gehandeld?’ is de vraag die een bestuurder zich steeds zou moeten stellen. Is het antwoord ‘nee’, dan loopt die bestuurder een groot risico op aansprakelijkheid. Daarbij is een bestuurder die vrijwillig werkzaamheden verricht evenzeer aansprakelijk als een betaald bestuurder.

Feitelijk bestuurder
Ook iemand die formeel geen bestuurder is maar zich wel zo gedraagt (de zogenaamde feitelijk beleidsbepaler), kan aansprakelijk zijn voor de door de stichting geleden schade. Bijvoorbeeld als die persoon het beleid van de stichting mede heeft bepaald en van meet af aan binnen de stichting een positie heeft bekleed waarin hij beslissingsmacht kon uitoefenen en heeft uitgeoefend, vergelijkbaar van een formele bestuurder. Denk daarbij aan een titulair directeur. Maar ook hier geldt dat dat de feitelijk beleidsbepaler enkel aansprakelijk kan worden gesteld indien hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Recent arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch
Een verhelderend voorbeeld is dat van een geschil tussen een school (zijnde een stichting) en een aantal bestuurders en een beleidsbepaler, waarin het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch recent arrest heeft gewezen1. De bestuurders (de voorzitter, een (tijdelijk) penningmeester en een secretaris) en een feitelijk beleidsbepaler (de schooldirecteur) waren een nieuwe school gestart en gingen namens die school allerlei contracten aan, terwijl zij wisten dat de school niet beschikte over voldoende financiering en het ook onzeker was dat die er zou komen. Zij namen daardoor een onverantwoord groot risico dat de school haar financiële verplichtingen niet zou kunnen nakomen. Als gevolg daarvan waren de bestuurders en de schooldirecteur persoonlijk aansprakelijk voor de door de school geleden schade. Een van de bestuurders meende nog dat hij niet aansprakelijk kon worden gehouden omdat hij niet de kwaliteiten bevatte die hij nodig had om zijn taak te kunnen vervullen en hij bovendien maar tijdelijk deel zou uitmaken van het bestuur. Met die argumenten maakte het hof snel korte metten.

Conclusie
Een bestuurder of feitelijk beleidsbepaler van een stichting kan door die stichting aansprakelijk worden gesteld indien de stichting door zijn toedoen schade lijdt. Handelt die bestuurder of feitelijk beleidsbepaler anders dan dat een redelijk handelend en ervaren bestuurder in die omstandigheden zou hebben gedaan, dan is de kans groot dat hij aansprakelijk is voor die schade. Die bestuurder of feitelijk beleidsbepaler kan zich dan niet verschuilen achter het feit dat hij zijn werkzaamheden onbezoldigd verrichte, hij slechts tijdelijk was aangesteld of over onvoldoende kwaliteiten beschikte. Ook die bestuurder of feitelijk beleidsbepaler staat dan vol in de wind.

1 Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 11 december 2018, ECLI:GHSHE:2018:5184

Voor vragen of advies over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Michiel van Haelst.